De oorzaak van heupdysplasie is niet helemaal duidelijk. Bekend is dat de afwijking niet overal in gelijke mate voorkomt. Zo is heupdysplasie in China en Afrika zeer zeldzaam. Ook komt de afwijking veel vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Daarnaast lijken erfelijke en familiaire invloeden aanwezig. Bij baby's van wie een van de ouders, zusjes of broertjes heupdysplasie heeft of heeft gehad, is de kans dat de afwijking ontstaat veel groter. Ook de ligging van de baby in de baarmoeder lijkt van invloed te zijn, want bij stuitligging komt heupdysplasie iets vaker voor.
In hoeverre na de bevalling de afwijking door bepaalde houdingen kan verergeren is niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat het dragen van de baby in een draagzak (in heup-spreid-positie) gunstig is. Het strekken van de beentjes, bijvoorbeeld om de lichaamslengte te meten, wordt afgeraden. Heupdysplasie is niet pijnlijk.