De pols wordt gevormd door het spaakbeen en de ellepijp in de onderarm en acht handwortelbeentjes in de hand (zie afb. 1). De handwortelbeentjes zijn onderling met elkaar verbonden door gewrichtsbanden. Deze banden verstevigen de gewrichten tussen de handwortelbeentjes.
In een gezond gewricht zijn de uiteinden van de botten bedekt met een laagje kraakbeen, zodat de pols soepel kan bewegen. Als het kraakbeen van een pols ernstig beschadigd is of versleten, is vervanging van het polsgewricht of vastzetten van de pols soms een oplossing.