De Holter is een klein kastje waaraan draden zitten die met elektrodes op de huid van uw bovenlichaam worden bevestigd. Het kan ook zijn dat u een electroden plakker op uw borst krijgt met het kastje erop. De hartfunctielaborante behandelt uw huid met een scrubgel of een speciaal schuurpapiertje waardoor de electroden zich beter aan de huid kunnen hechten. Eventueel wordt er borsthaar verwijderd.
Hierna worden de elektrodes op de huid bevestigd. De Holter wordt aangesloten en gecontroleerd. Hierna worden de elektrodes nog extra vastgezet.
De Holter zit in een klein tasje dat u om uw nek draagt. Of op een electrodenplakker op uw borst.
Ook krijgt u een dagboekje mee. In het dagboekje noteert u:
- wanneer (en hoe lang) u rust of juist actief bent;
- uw klachten.
Belangrijk:
- u mag met de Holter niet douchen, baden of zwemmen. Dit kan de Holter beschadigen en de opname verstoren;
- de Holter mag niet geopend worden;
- mocht u op een elektrisch deken slapen, dan moet u de stekker van de deken uit het stopcontact halen zodra u in bed stapt. Zo voorkomt u storingen in de opname;
- u dient voorzichtig om te gaan met de Holter om.