Trommelvliesbuisje bij kinderen plaatsen

Voorbereiding van het kind
Het is belangrijk om uw kind goed voor te bereiden op de operatie. Als uw kind weet wat er gaat gebeuren, kan uw kind de informatie op zijn eigen tempo verwerken. Soms begrijpt een kind niet alles in één keer, en dan is het fijn als u daar later nog op terug kunt komen. Door eerlijk en duidelijk te zijn, helpt u uw kind om zich veiliger en rustiger te voelen.

Vertel uw kind in ieder geval over:

• Waarom het naar het ziekenhuis moet;
• Wat er tijdens de ingreep gebeurt en waarom dit nodig is;
• De narcose: dat het even gaat slapen en niets van de operatie merkt;
• Dat een van de ouders of verzorgers in het ziekenhuis blijft;
• Dat het na de operatie keelpijn kan hebben, die minder wordt als het goed blijft drinken.

Eten en drinken voor de ingreep
Voor een veilige en vlotte operatie is het belangrijk dat uw kind nuchter is. Dat betekent dat uw kind enkele uren vóór de ingreep niets meer mag eten of drinken.

Eten
Tot 6 uur vóór de operatie mag uw kind nog een lichte maaltijd nemen. Hieronder verstaan we:

• Brood, crackers of een beschuit met zoet beleg (dus geen vleeswaren);
• Melkproducten zoals melk, borstvoeding of pap.

Let op: vet voedsel of vlees valt níet onder een lichte maaltijd.

Drinken
Tot 1 uur vóór de operatie mag uw kind nog heldere vloeistoffen drinken. Dat zijn:

• Water (zonder aanmaaksiroop);
• Appelsap;
• Thee zonder melk.

Vermijd dranken zoals melk, chocomel of andere 'vette' dranken – deze mogen niet vlak voor de operatie gedronken worden.

Wat neemt u mee?

• Een oude pyjamabroek en een oud pyjamashirt (géén onesie). Neem voor de zekerheid ook twee extra oude T-shirts mee.
• ID/ paspoort van uw kind.
• Medicatie die uw kind thuis gebruikt.
• Een favoriet knuffeltje of speeltje van uw kind.

Opname
Voor de operatie wordt uw kind opgenomen op afdeling 1 Zuid/D1 of op de kinderafdeling.  Een verpleegkundige vangt u daarop en bereidt uw kind voor op de operatie. Als u iets niet duidelijk is, vraag dan gerust om uitleg.

De plaatsing van buisjes vindt plaats onder algehele narcose.  De arts maakt een klein gaatje in het trommelvlies. In dit gaatje wordt een klein buisje geplaatst dat het openhoudt. Hierdoor kan vocht dat zich achter het trommelvlies verzamelt makkelijker uit het oor wegvloeien. Zonder het buisje sluit het gaatje snel weer, waardoor het vocht opnieuw kan ophopen en klachten kunnen terugkomen.

De verpleegkundige gaat met u en uw kind mee naar de operatiekamer. Om uw kind rustig in slaap te brengen, wordt via een kapje dat over neus en mond wordt geplaatst, een narcosegas toegediend. Het is heel normaal dat uw kind vlak voordat het diep in slaap valt nog wat beweegt met armen en benen; dit is geen teken van angst of weerstand, maar een veelvoorkomende reactie tijdens het inslapen.

Soms wordt in plaats van het kapje gekozen voor een infuus in de arm om de narcose toe te dienen. Welke methode het beste is, wordt tijdens het gesprek bij de Preoperatieve Screening in overleg met u, uw kind en de anesthesioloog bepaald.

Als uw kind slaapt, gaat u met de verpleegkundige mee naar verkoeverkamer. Na de operatie komt uw kind hier weer terug.

Het plaatsen van buisjes duurt een paar minuten.

Zodra uw kind na de operatie goed is uitgeslapen, komt het samen met u terug naar de afdeling. Hierbij mogen maximaal twee personen aanwezig zijn. Jullie blijven nog even op de afdeling totdat uw kind volledig wakker is. In de tussentijd krijgt uw kind iets te eten en te drinken. Halverwege de ochtend komt de KNO-arts langs om met u te bespreken hoe de operatie is verlopen. Als alles in orde is, mag u daarna samen met uw kind naar huis.

Pijnstilling na de operatie
U mag uw kind Paracetamol (zetpil) geven volgens de aanwijzingen op de verpakking.

• Er kan wat vocht of bloed uit het oor komen, dit is normaal.
• Maak de oorschelp droog met een vochtig doekje, kom niet in de gehoorgang.
• Uw kind mag direct sporten (m.u.v. sporten waarbij water betrokken is, daarmee dient u 7 dagen te wachten).
• Uw kind mag direct vliegen.

Dag 0 tot en met 7

• Houd het oor droog tijdens het douchen. Dit kunt u doen door een kopje over het oor te plaatsen. Of door watjes met vaseline in het oor te plaatsen tijdens het douchen.

Na dag 7

• Uw kind mag zonder bescherming van het oor douchen, behalve als uw kind een loopoor heeft.
• Als er sprake is van een loopoor mag uw kind niet zwemmen en moet u het oor drooghouden tijdens het douchen. U kunt bijvoorbeeld een kopje over het oor plaatsen of watjes met vaseline in het oor plaatsen.
• Wanneer er klachten zijn van een loopoor of gehoorverlies kunt u contact opnemen met de huisarts.
• Als uw kind klachtvrij is, mag uw kind na 1 week weer zwemmen. Uw kind hoeft ook geen zwemoordoppen te dragen. Als uw kind pijnklachten houdt bij zwemmen, of steeds looporen heeft na zwemmen kunt u voor uw kind eventueel zwemoordoppen laten aanmeten.

Met de huisartsen in de omgeving hebben we afgesproken dat zij uw kind een week na de operatie even zien om te horen hoe de operatie is gegaan en te kijken of de buisjes goed zitten. Daarna ziet de huisarts uw kind elk half jaar terug tot de buisjes er uit gevallen zijn. Bij klachten van looporen kan de huisarts oordruppels voorschrijven. Wanneer er klachten blijven bestaan van looporen / gehoorverlies mag ook contact opgenomen worden met de polikliniek KNO.

De ontslagbrief wordt digitaal naar uw huisarts verzonden.

Als uw kind binnen 72 uur na ontslag uit het ziekenhuis klachten krijgt, of als u iets wilt vragen, bel dan onderstaande telefoonnummers.

Maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 20.00 uur
De afdeling Dagbehandeling via (0183) 64 47 52

Maandag tot en met vrijdag tussen 08:30 uur – 11:30 uur en 13:30 uur – 16:00 uur
Polikliniek keel, neus en oor  (0183) 64 42 37

In de nacht tussen 20.00 uur en 07.00 uur, in het weekend en op feestdagen
De Huisartsenpost via (0183) 64 64 10

De medewerkers van de huisartsenpost zijn opgeleid om te beoordelen welke zorg u nodig heeft. U ontvangt een advies of wordt doorverbonden. Na 72 uur kunt u contact opnemen met uw eigen huisarts.